
Op woensdag dienden de Federal Trade Commission (FTC) en zeven staten een rechtszaak in tegen de eigenaar van Ticketmaster, Live Nation. De aanklacht beweerde dat het bedrijf makelaars bewust toestond om kaartjes in grote hoeveelheden te kopen. Hierdoor kon Ticketmaster de tickets doorverkopen met aanzienlijke winst op de secundaire markt.
Volgens de FTC was Ticketmaster zich ervan bewust dat handelaren regelmatig hun beveiligingsmaatregelen omzeilden bij deze aankopen. Het bedrijf profiteerde driemaal van deze handelaren, door commissies te innen bij de eerste aankoop, evenals bij de koper- en verkopercommissies op het moment van doorverkoop. Tussen 2019 en 2024 heeft Ticketmaster volgens de FTC $ 16,4 miljard aan commissies verzameld.
De FTC beschrijft het bedrijf als een voorbeeld van ongebreidelde zakelijke hebzucht. Uit een interne audit bij Live Nation bleek dat slechts vijf handelaren 246.407 tickets hadden verzameld voor 2.594 evenementen. De FTC beschuldigde Ticketmaster ervan dat het een oogje dichtkneep voor dit gedrag.
Daarnaast bood Ticketmaster zelfs technische ondersteuning aan makelaars via haar commerciële app. Deze software was bedoeld om tickets te consolideren en te beheren die waren gekocht via meerdere Ticketmaster-accounts.
Ticketmaster implementeerde ook tools voor identiteitsverificatie van derden die massa-aankopen hadden kunnen voorkomen, maar deze werden niet gebruikt omdat ze te effectief werden geacht. Het bedrijf gaf ook toe dat het misleidende prijzen hanteerde, omdat klanten minder geneigd waren om tickets te kopen als ze van tevoren de werkelijke kosten zagen.
De FTC beschuldigde Live Nation van het schenden van twee wetten: de FTC-wet op misleidende praktijken en de robotwet. Deze wet werd ondertekend door president Obama in 2016 en verbiedt het gebruik van robots of andere software om meer tickets te verkrijgen dan wettelijk is toegestaan. President Trump heeft onlangs een uitvoerend bevel uitgevaardigd om de handhaving van deze wet te versterken.
De rechtszaak werd ingediend bij de rechtbank van de Verenigde Staten voor het centrale district van Californië, met de FTC als aanklager namens Virginia, Utah, Florida, Tennessee, Nebraska, Illinois en Colorado.
BRON